Aanwijzingen en Bewijzen voor Reïncarnatie. In de voorbije geschiedenis der mensheid zijn er steeds aanwijzingen en bewijzen geweest voor reïncarnatie en een leven na de dood. Ook nu is er een constante stroom van getuigenissen, waarnemingen, aanwijzingen en bewijzen. Sterker nog: door het huidig wetenschappelijk onderzoek naar reïncarnatie en leven na de dood is de stapel bewijzen in de voorbije paar decennia gigantisch gegroeid.
·Dromen. In dromen (soms weerkerende dromen) hebben vele mensen flitsen enherinneringen die ze gevoelsmatig in verband brengen met een vorig leven. Op zich zijn dit vanzelfsprekend geen bewijzen. Het zijn wel sterke aanwijzingen dat er ‘iets’ is aangezien dit bij tienduizenden mensen over de hele wereld voorkomt.
· Déjà vu ervaringen. Het gevoel van vertrouwdheid dat sommige mensen hebben op
een plaats waar ze nog nooit eerder zijn geweest noemt men déjà vu ( het Frans voor ‘ reeds gezien’). Dit kan een vaag of onbestemd gevoel zijn zonder dat dit emotioneel een grote impact heeft .Dit vertrouwdheidsgevoel kan echter zo hevig zijn dat de persoon er emotioneel zeer sterk door gegrepen wordt. Soms gaat het gepaard met beelden uit een vorig leven dat de persoon had op de plaats die hij nu bezoekt.
Er zijn ook gevallen bekend waarin iemand zich zeer concreet echte gegevens herinnert en bijvoorbeeld perfect een niet eerder (in dit leven) bezochte plaats, straat of gebouw kan beschrijven.
·Spontane herinneringen. Deze vinden vooral plaats bij jonge kinderen (tussen 2 en 5 jaar). Zij beginnen hele levensverhalen te vertellen: ‘ Toen ik nog groot was ….’.
Vaak bevatten deze verhalen een hele reeks gegevens en details die controleerbaar
zijn. Controle kan gebeuren via medische dossiers, politieverslagen, geboorte –en overlijdensregisters, krantenartikels, getuigenissen van nog levende (vroegere) vrienden, buren, familieleden enz.
Deze spontane herinneringen en verhalen treden op bij vele duizenden kinderen over de hele wereld, ongeacht hun ras, religie of culturele achtergrond. Het gebeurt dus lang niet alleen bij culturen waar reïncarnatie deel uitmaakt van de gangbare religie, zoals in het grotendeels hindoeïstische Indië bijvoorbeeld. Daar komen inderdaad veel gevallen voor, maar je vindt ze ook in Noord Amerika, Europa, Afrika, Turkije, Libanon, Brazilië, heel Azië, Rusland enz. Dus eigenlijk over de hele wereld. Meer en meer komen deze gevallen naar boven en worden ze ook onderzocht.
De meest bekende en belangrijkste onderzoeker naar de echtheid van deze spontane herinneringen is Ian Stevenson.
Het geval Shanti Devi. Waarschijnlijk het meest bekende geval van reïncarnatie. Zij werd geboren in 1926 in Delhi, Indië. Op driejarige leeftijd begon ze reeds te vertellen over haar vorig leven. Ze noemde de naam van haar man en kinderen, de plaats waar ze gewoond had (Muttra) en gaf bovendien nog tal van andere gegevens en details over haar vorig leven als Ludgi. Zo vertelde ze ook dat ze als Ludgi gestorven was in het kraambed. Slechts jaren later begon men haar verhaal te geloven. Een familielid besloot toen de zaak nader te onderzoeken. Ze bezochten Shanti’s familie uit haar vorig leven, die haar eerst vrij sceptisch ontvingen. Shanti kon echter haar oude familie overtuigen door tal van details te vertellen die zij als Ludgi ( en haar man) kon weten. Eén argument dat de doorslag gaf was dat ze kon vertellen dat Ludgi een aantal ringen had begraven. Ze kon bovendien exact de plaats aanwijzen waar ze lagen.
Verschillende wetenschappers en een commissie onder leiding van een parlementslid werd deze zaak verder onderzocht. Dit opmerkelijke verhaal verscheen niet alleen in de Brits Indische pers , maar haalde de ganse wereldpers.
· Wonderkinderen. Sommige kinderen zijn reeds op zeer jonge leeftijd buitengewoon begaafd in een bepaalde discipline of vak. Zij zouden deze begaafdheid gewoon uit een vorig leven hebben overgenomen. Een klassiek voorbeeld is Mozart die op zeer jonge leeftijd reeds belangrijke muziekstukken schreef en uitvoerde.
· Regressie. In een zeer diepe ontspanning of onder hypnose kan men vrij gemakkelijk teruggaan naar vorige levens. Dit is vrijwel voor iedereen mogelijk. Over de hele wereld zijn er zo honderdduizenden personen die reeds via hypnose- of ontspanningstechnieken een of meerdere levens hebben ‘bezocht’. De meeste van deze personen geloofden niet eens in het bestaan van reïncarnatie of hadden er geen belangstelling voor. Een belangrijk deel onder hen kende zelfs het bestaan ervan niet eens.Wat meer is: de meeste van de ‘ontdekkers’ van reïncarnatie via deze technieken( ontspanning en hypnose) waren psychologen en psychiaters die reïncarnatie en aanverwante concepten maar flauwe kul vonden. Door herhaaldelijke ervaringen met hun patiënten kwamen ze echter tot de slotsom dat reïncarnatie bestaat.
Een bekend onderzoeker naar reïncarnatie die in dat geval was was de Amerikaanse psychiater Helen Wambach. Zij bracht duizenden van haar patiënten onder hypnose terug naar vorige levens en deed vervolgens onderzoek naar ondermeer de historische juistheid van de verhalen van haar patiënten.
· Xenoglossy. Het spreken, verstaan en/of schrijven van een niet aangeleerde taal (in ditLeven). Sommige personen kunnen bij een regressie onder hypnose een vreemde , niet aangeleerde taal helemaal of ten dele spreken en/of verstaan. Ook jonge kinderen met een spontane herinnering naar een vorig leven kunnen soms ook de taal spreken, geheel of ten dele , of herinneren zich woorden uit de taal van dat leven. Soms zijn er spectaculaire gevallen waar een Engelse huismoeder plots Oud Egyptisch spreekt en schrijft. Soms zijn het kinderen die zich gewoon een handvol woorden herinneren.
Een aantal jaren geleden werd er in Sri Lanka (waar men in hoofdzaak Tamil en Singalees spreekt) een tweeling geboren. De twee jongetjes groeiden normaal op thuis tot ze plots op driejarige leeftijd zinnen en teksten in het Pali en het Sanskriet begonnen te reciteren. Ze vertelden bovendien ook nog hun beider vorig-levensverhaal. In hun vorig leven waren ze beiden monnik geweest in hetzelfde Boeddhistisch klooster in Tibet. Ze waren daar goede vrienden . Een aantal jaren vóór hun wedergeboorte in Sri Lanka waren ze samen om het leven gekomen bij een (hetzelfde) busongeluk in Tibet.
Dit merkwaardige geval haalde toen, begin jaren tachtig het wereldnieuws.
· Fobieën. Verscheidene angsten en fobieën zijn terug te brengen naar traumatische ervaringen uit ( het) vorige leven(s),zoals: angst voor water, angst voor lawaai, vuur, dieren, auto’s, voorwerpen, enz. Door de traumatische ervaring opnieuw te beleven kan men de fobie of angst beëindigen. Belangrijk onderzoek op dit terrein is gedaan door Dr. Bruce Goldberg.
· Fysieke kenmerken. Sommige geboortevlekken hebben kennelijk te maken met levensgevaarlijke verwondingen uit het vorig leven. In het werk van Ian Stevenson komen er zo een aantal heel merkwaardige gevallen voor. Een aantal kinderen beschrijven hun doodsoorzaak (een dodelijke verwonding) uit hun vorig leven en hebben in dit leven,op dit lichaam een duidelijke , niet te verklaren, geboortevlek op dezelfde plaats waar de verwonding plaats had. Aan de hand van politieverslagen en ziekenhuisdossiers kon Stevenson het verhaal bewijzen.
Naast geboortevlekken kunnen ook andere fysieke kenmerken verwijzen naar de persoonlijkheid uit het vorig leven: bepaalde trekken of bewegingen, maar ook zelfs het aangezicht kan een grote gelijkenis vertonen met het aangezicht van de persoon uit het vorig leven.
· Psychologische kenmerken. Ook gewone psychologische kenmerken ( naast de angsten en fobieën) kunnen naar een vorig leven verwijzen: bepaalde gedragingen, geaardheden, voor – of afkeuren (van personen of eten bijvoorbeeld).
http://www.rnlnd.com/aanwijzingen-en-bewijzen.htm