De laatste tijd toch weer met haar bezig, weer wat meer dan eerder. Wie is zij dat ik zo in het publiek over haar schrijf ?
Zij, ik weet haar naam nog steeds niet, is ontmoet in de geest. Zij maakte contact met mij, vijf jaar geleden alweer ongeveer halverwege 2013, in de trein. Alleen voor mij, zag haar niet als één van de medepassagiers, nee, zag haar in mijn geest, slechts driekwart seconde, genoeg om op slag verliefd te worden en drie weken lang eigenlijk alleen maar één woord in gedachten te hebben: onbegrijpelijk!
Heb haar leren kennen in drie episoden.
Het begon allemaal eind 2012. Ik, reeds lang atheïst werd gevraagd door een vriend om te bidden tot God met de vraag zich aan me kenbaar te maken. Ongelovige als ik was bemerkte ik wel een vreemd fenomeen, een lichtpaars schijnsel leek als antwoord vanaf het plafond tot meer op zithoogte neer te dalen. Vond het wel vreemd, maar schudde het van me af, vol ongeloof over wat ik waarnam.
Achteraf dan, terugdenkend eraan als in de zin van het zal wel, ik zal het verschijnsel wel gefantaseerd hebben.
De thematiek van het geloof bleef me wel bezig houden, de daaropvolgende weken, maar besteedde er niet meer extra bijzonder aandacht aan. De aandacht kwam uiteindelijk wel op mijn pad, maanden
later. Dat was dat eerder beschreven moment in de trein. Haar gezicht stond in mijn geest gebrand, zo mooi, als van een mix tussen een engel en een godin, lichtblauwe ogen, met in plaats van pupillen,
oneindigheids tekentjes. Ze had een licht getinte huid, gitzwart, blauw glanzend haar, een onwerkelijke schoonheid, met een glimlachje op haar gezicht, voel nog weer enthousiasme in me
opkomen nu ik aan haar beeld terugdenk.
Veel vreemder werd het later. Een verwarrende periode. Een periode waarin ik steeds meer buiten mezelf raakte, verdwenen in een andere wereld. Visioenen, herinneringen, ervaringen, gevoelens,
muziek, rijm, dans, magische gaven in de zin van de gemoedstoestand van andere levende wezens kunnen aanvoelen, bij liefde en contact gouden en zilveren draden zien, de energieën voelen vanuit
de omgeving, in het bijzonder van stenen van diverse soort, elk hun eigen energie, hun eigen vibratie, hun eigen smaak, hun eigen kleur. En de ongekrenktheid van haar, vervuld van liefde. Alles liep door elkaar en in mijn onbegrip wist ik niet dat zij zich op de dezelfde plek in dit universum was gaan bevinden als waar ik was.
Het was op heel veel manieren ongelooflijk, ze voelde alsof ze nooit afgewezen was, alsof ze nooit gekrenkt was, ondanks haar wijsheid een naïeve jongedame, dat was een heerlijk hemels gevoel om te mogen voelen. En het bereik van haar geest, en de herinneringen aan een andere tijd. Ook al even ongelooflijk. Ken als geschiedenisliefhebber de geschiedenis een beetje, goed genoeg om een idee te hebben hoe gebouwen er in de oudheid uit moeten hebben gezien, maar de stad die ik me herinnerde was anders, aan het water en met een onbegrijpelijke megalithische bouwstijl. Het gebouw waarin ik me bevond, in een groen jurkje, vlassen haarband op mijn hoofd met gitzwart haar en de herinnering in die kamer op een houten bed te gaan liggen. En dan twee mannen met een soort monnikenkappen die me/haar benaderen en me wenken alsof ik moet meekomen, mijn/haar naam/aanspreektitel noemende: Mono Ur (Trouw aan Aarde). Dit is ook de enige naam die ik tot nu toe van haar ken. Na een reis van enkele maanden eindigde mijn gevoel van eenheid met haar en werd ik weer op mezelf teruggeworpen. Kaal en koud en klein, zo voelde de wereld voor mij enkelvoud, wel weer geheel ontnuchterd uit de droom waarin ik me had bevonden.
En zo ging 2013 over in 2014, ik verlangend, smachtend naar haar die ik had ontmoet in de geest. Ik smeekte haar om terug te komen, wat ze ook deed na mijn smeekbede, in de loop van de week
steeds sterker. Dit werd een ontzettend angstige periode, waarin ik projecteerde haar te zijn op deze aarde. Een verschrikkelijk lot, zij met haar lange, lange (misschien wel eeuwige) leven, op een aarde
waarin alles en iedereen om haar heen sterft. De visioenen van voor eeuwig eenzaam op aarde te zijn waren overweldigend extreem en leidde tot ontzettende angsten. Dit heeft zekere enkele weken
geduurd... Tot ik de puzzel een beetje begon te begrijpen. Zij, ik, wie is wie, wie is wanneer en wie is waar... Begon te hopen en te begrijpen dat zo'n gruwelijk lot niet realistisch is en kwam
langzamerhand tot rust, de nachtmerries gleden langzaam uit mij. Met het onderzoekende puzzelgevoel mij achterlatende verdween zij ogenschijnlijk weer uit mijn bestaan, weer werd ik op
mezelf teruggeworpen, met alle vraagtekens en een ontzettende kater van de periode van angst.
Na een tijdje, de schrik was groot, merkte ik dat ik nog steeds aan haar dacht, veel en verwonderd, wie is zij en wat kwam ze doen in mijn leven, waarom heeft ze contact gelegd met mij, waarom deze
weg van bezetenheid kiezende, want een andere naam heb ik er nu niet meer voor. Bezeten? Ja, maar niet door een demon, maar door een onbegrijpelijke jongedame, menselijk, maar tegelijk meer
dan menselijk. Een onaardse schoonheid met onaardse vermogens, gaven, en toch, in de basis menselijk. Zoveel in mij verlangde weer naar haar, naar éénheid met haar. En zij kwam terug,
andermaal, dit keer zonder angstdromen of niet-besef. Ik was me zeer bewust van haar aanwezigheid, voelde haar levensgevoel van liefde en warmte, haar onbegrijpelijk mooie uiterlijk,
haar gaven, en weer zoveel meer. Een manier van kennismaken die van levend mens tot levend mens niet mogelijk is en die ik ook absoluut op geen enkele andere manier ken. Zo veel vervulling
gevende... Achteraf noem ik deze periode de 'zomer van liefde'.